Hans Hamburger

. interview, juli 2015
x
  Canon Winsums Jodendom
x
  item 1727

x
'Ik voel me met Benjamin verbonden.'

Oud-bestuurslid van stichting Een Joodse Erfenis in Winsum en stichting Behoud Synagoge Winsum, Hans Hamburger, wordt tien jaar vóór de Tweede Wereldoorlog geboren in Nijkerk op de Veluwe. Hij is een nakomertje en heeft een broer en twee oudere zusjes. Het gezin leeft traditioneel Joods en in die zin voelt Hans zich verbonden met Benjamin van Zanten die ruim tweehonderd jaar eerder, om precies te zijn in het jaar 1727, ter wereld komt in Baflo, even boven Winsum op het Hoogeland van Groningen. In Europa zijn de godsdiensttwisten dan verleden tijd. Je mag geloven wat je wilt en zo kunnen ook de Joodse ouders van Benjamin in Baflo hun zoontje in die tijd in vrijheid een joods religieuze opvoeding geven. Die vrijheid van godsdienst is er ook nu in ons land, ook voor Joden, zegt Hans, die zich na zijn pensionering in 1991 pas echt is gaan verdiepen in wat er zich tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna allemaal heeft afgespeeld.
x
x
x
Was die vrijheid van godsdienst voor jou een reden om je in het Joodse erfgoed in Groningen te gaan verdiepen?
x
Nee, daar ging het mij nou niet in eerste instantie om. Die vrijheid van godsdienst is vanzelfsprekend in ons land, maar je kunt je natuurlijk wel afvragen wat dat nou eigenlijk betekent. Kijk, de wereld is ‘onkenbaar' voor de mens, een ‘…mysterie’. Sommige mensen noemen dat mysterie 'God'. En ieder mens heeft het recht om dat naar eigen inzicht te interpreteren. Dan krijg je ook wel dat sommigen voor anderen willen vaststellen wat ze moeten geloven, die willen dat hun eigen godsdienst prevaleert. Dan krijg je godsdienst-on-vrijheid of erger nog: godsdienstvervolging. In het Jodendom noem je dat 'anti-judaïsme'. 
Daarnaast zijn Joden die zich in een niet-Joodse omgeving vestigen ook altijd vreemdelingen, die van ‘buiten’ komen. Ook dat heeft al vroeg een rol gespeeld en tot vreemdelingenhaat geleid. In het Jodendom noemen we die vorm van haat tegen de Joden, die niet primair om de inhoud van het geloof gaat ‘antisemitisme’. In Nederland viel het over het algemeen nog wel mee met dat antisemitisme, maar in de protestantse kerk in Duitsland heeft Luther in de eerste helft van de 16e eeuw veel lelijks over de Joden geschreven. Dat heeft lang doorgewerkt en ook de protestantse kerk in ons land heeft daar zelfs na de oorlog nooit openlijk afstand van genomen. Dat heeft de katholieke kerk in Rome na de Tweede Wereldoorlog wel openlijk gedaan en dat is verstandig geweest.
x
Toch heeft mijn belangstelling dus niet in eerste instantie bij de vrijheid van godsdienst gelegen, maar ik voel mij wel verbonden met Benjamin van Zanten uit Baflo. Net als zijn voorouders, zijn ook mijn voorouders lang geleden naar Nederland gekomen. En net als Benjamin leerde ik op zondagochtenden op een Joods schooltje Hebreeuws en geschiedenis van het Joodse volk en de Joodse cultuur. Op zaterdag (sjabbat) namen mijn ouders me mee naar de synagoge (ook wel ‘sjoel’ genoemd). Dat dat kon was godsdienstvrijheid.
x
x
x
Was die vrijheid van godsdienst voor jou een reden om je in het Joodse erfgoed in Groningen te gaan verdiepen?
x
Er was in Winsum in het begin jaren negentig een groep mensen actief met het Joodse erfgoed bezig. Daar ben ik mee in contact gekomen en daar voelde ik me wel bij thuis. Zo zijn we met elkaar aan de slag gegaan, maar natuurlijk speelt op de achtergrond ook wel mee dat er een familierelatie was via mijn oudste zuster Han. Zij is kort na de oorlog getrouwd met Harry Eckstein. Die voornaam 'Harry' is afgeleid van de Joodse voornaam van zijn grootvader 'Hartog' Eckstein, die in het Noordoost-Groninger dorp Uithuizen is geboren. De grafsteen van Harry's grootvader Hartog Zwi Eckstein (1848-1884) is nu nog te vinden op de Joodse begraafplaats aan de Hoofdstraat in Uithuizen.

int-HH-grafsteen grootouders zwagerbart
Grafsteen van Hartog Eckstein, de grootvader van Harry Eckstein die zich in 1939 heeft verloofd met Han Hamburger, de oudste zuster van Hans.

Net als mijn voorouders waren de Ecksteins immigranten geweest, vreemdelingen uit het oosten, met een andere godsdienst. Harry’s vader, Salomon Eckstein, is in 1883 in Uithuizen geboren en in 1904 naar Apeldoorn verhuisd. Harry’s moeder, Sara Eckstein-de Meza (Amsterdam, 1887) was 32 jaar toen Harry in 1919 geboren werd. In 1939 kwam Harry onze familie versterken als de verloofde van mijn zuster. Hij studeerde medicijnen en was gemobiliseerd in het Nederlandse leger. Nu moest de vroegere ‘vreemdeling’ dus meevechten tegen de Duitse inval...
x
Toen Harry tijdens de bezetting in 1942 moest onderduiken, heette hij Bart en zo is hij zich na de oorlog blijven noemen. Harry en mijn zuster kwamen terecht in het bekende onderduikerskamp
Pas Opin Vierhouten. In 1944 werden ze gearresteerd en hebben daarna in het concentratiekamp Amersfoort gezeten. Na de oorlog (op 2 juni 1945) zijn ze getrouwd. Harry is chirurg geworden en werd opgeroepen als parachutist-arts. Hij is toen samen met mijn zuster een periode in Nederlands-Indië geweest. Maar de ouders van Harry hebben de oorlog niet overleefd. Zij waren verplegers in de psychiatrische inrichting ’Het Apeldoornsche Bosch’. Kort nadat de patiënten op 22 januari 1943 waren weggevoerd, zijn ook Harry’s ouders naar Auschwitz getransporteerd en daar op 2 februari vermoord. Hun portretten staan nu in mijn studeerkamer.

int-HH-gezin1941
1941. Gezin Hamburger in Amersfoort met op de voorgrond zittend, rechts: Hans, de jongste van de vier kinderen, naast zijn oudere zus Han.

in-HH-bartouders c1940
Dertiger jaren. Harry Eckstein met zijn moeder Sara Eckstein-de Meza en vader Salomon Eckstein.

Je bent in de oorlog samen met je ouders ondergedoken. Hoe kijk je daar op terug?
x
In mijn jeugd heb ik geen antisemitisme gekend. Wij woonden in Nijkerk en daar had je een grote groep orthodox-georiënteerde joden te midden van orthodoxe christenen. Die groepen leefden goed samen, hielpen elkaar en hadden over-en-weer respect voor het geloofsleven van de ander.

Toen ik zes was, ben ik naar Amersfoort verhuisd en toen ik tien was begon de Duitse bezetting. De dreiging voor de Joden werd steeds groter. Als kind voelde je de spanning wel, maar je begreep er niets van. Ik speelde thuis met Duitse soldaatjes.
x
Na de zomervakantie van 1941 mocht ik niet - net als mijn klasgenootjes - naar de vijfde klas van de openbare lagere school, maar moest gedwongen naar een speciale Joodse school met alleen Joodse kinderen en Joodse onderwijzers. Een van die onderwijzers was juffrouw Kitty Cohen, die in die tijd ook bij mijn ouders in huis heeft gewoond. Zij heeft de oorlog niet overleefd. Haar geschiedenis staat beschreven in het boek 'Joodse oorlogsmonumenten in de provincie Groningen' (H. Hamburger en J.C. Regtien, 1998) op pagina 18, bij het Joodse oorlogsmonument in Garrelsweer.

int-HH-juf KittyCohen1941
Hans en zijn Joodse onderwijzeres Kitty Cohen poseren met drie Spakenburger kinderen tijdens een schoolreisje in 1941.

int-HH-onderduik nunspeet
1942-1945. Het onderduikhuis in Nunspeet is een twee-onder-een-kapwoning. Hans en zijn ouders woonden in de rechter woning.

int-HH-uitzicht onderduik
Uitzicht vanuit het onderduikhuis. De ouders van Hans kwamen niet vaak buiten omdat ze dan verraden konden worden. Hans kwam wel buiten. Hij deed de boodschappen voor zijn ouders.

int-HH-ex libris
Het zelfgemaakte stempeltje geeft een gevoel van veiligheid en is hét bewijs dat Hans nu 'écht' Hans van Dijk is.

In de zomer van 1942 kwamen de grote transporten op gang. Wij moesten ook onderduiken en ons gezin werd toen verdeeld. Mijn broer en zuster zijn samen met Harry, de verloofde van mijn zus, ergens anders ondergedoken. Ik bleef bij mijn ouders en kreeg een nieuwe naam: Hans van Dijk. Ik heb ook een ex libris met die naam gemaakt en plakte dat in al mijn boeken. Die boeken waren heel belangrijk voor me omdat ik als Joodse jongen niet meer naar school mocht. We hadden genoeg te eten en zaten relatief veilig. Toch ben ik in die periode sterk geïsoleerd geweest, geen school, geen vriendjes… daar heb ik later wel last van gehad. Maar kinderen die zonder hun ouders moesten onderduiken hebben het veel moeilijker gehad. Eigenlijk is daar nog steeds veel te weinig onderzoek naar gedaan. Wat dat betreft had ik geluk dat ik bij mijn ouders kon blijven. We zijn ook enorm geholpen door niet-Joodse verzetsmensen.

Na de oorlog ging ik naar de middelbare school. Daar heb ik geen plezierige herinneringen aan. Ik trok me wat in mezelf terug, maar misschien is dat niet helemaal aan de oorlog te wijten. In die leeftijd hebben veel kinderen de neiging om zich wat terug te trekken.
.
Na school ging ik naar militaire dienst en toen veranderde mijn leven. Ik kreeg vrienden, er was solidariteit, de effecten van de oorlog zijn daar verdwenen. Je kon ook weer aan alles meedoen, dat was meer dan je gewend was. Ik werd ingedeeld bij de inlichtingendienst en heb daar Russisch geleerd.
x
Na de militaire dienst ben ik Slavische talen, zeg maar Russisch, gaan studeren in Groningen en vervolgens heb ik dit vak tot mijn pensioen ook gedoceerd aan de Universiteit van Groningen. Dat was een plezierige werkomgeving. Daar bewaar ik fijne herinneringen aan.

int HH-militair
De militaire dienst brengt nieuwe vrienden.

Binnen de werkgroep in Winsum was jij de specialist wat betreft kennis over de Holocaust en de Hebreeuwse taal.

Na mijn pensionering dacht ik: Wat nu? Ik wilde meer gaan doen met mijn Joodse achtergrond en begon me te verdiepen in de Holocaust. In die periode kwam ik in contact met de groep van Joodse Erfenis in Winsum. Daar hadden ze toen een Joods monument aan de voormalige synagoge gerealiseerd. Zelf kwam ik niet uit Winsum en ik had behoefte aan meer ‘armslag’, mijn aandacht alleen richten op wat zich in Winsum had afgespeeld, vond ik te beperkt. Die ruimte heb ik gekregen. Ruimte voor volstrekte solidariteit met de slachtoffers. Zo ben ik vanuit Winsum begonnen aan een inventarisatie van Joodse oorlogsmonumenten. In Aduard vond ik een mooi voorbeeld. Daar stonden de namen van ‘alle’ slachtoffers, van de Joden, de mensen uit het verzet en van militairen die er gevallen waren. Die namen stonden, Joods tussen niet-Joods, allemaal netjes op alfabet onder elkaar.
x
In de provincie Groningen zaten er wat betreft de Joodse slachtoffers heel wat lege plekken. Veel was lang onbekend. Soms werden ze later toegevoegd, zoals in Winsum. In samenspraak met de plaatselijke bevolking heeft onze stichting er voor gezorgd dat er in Eenrum een Joods monument tot stand is gekomen. Ook hebben we geholpen om het onderduikgezin van postbode Simon Benninga in Leens voor te dragen voor erkenning van Yad Vashem. Om de situatie provinciebreed te inventariseren hebben we er de kaart van de provincie bij gepakt en gekeken waar de Joodse slachtoffers vandaan gekomen waren en of hun namen wel op een monument stonden. Onze stichting heeft daar ook een hele reeks boeken over gepubliceerd, zodat de namen van de slachtoffers op de monumenten bekend werden. Zo mogelijk hebben we ook de brief laten zien van de gemeenten naar de bezetters, waardoor de slachtoffers opgepakt konden worden. Verder wilden we informatie geven over het Joodse volk, hun geschiedenis, cultuur en taal. Soms was daar ook kennis van Hebreeuws bij nodig, maar het Hebreeuws dat ik in mijn jeugd had geleerd, was ik aanvankelijk helemaal kwijt. Het hielp nog wel wat met de letterherkenning, maar het meeste moest ik me toch helemaal opnieuw eigen maken.

int-HH-jew-tien
Zomer 2001. Tienjarige bestaan St. Een Joodse Erfenis, v.links n.rechts, staand: J.Regtien, L.vd Molen en zittend: F.Koehler, H.vd Burg, G.Gerritsma, A.Wallage, J.Spelberg (foto: H.Hamburger).

int-HH-jew-twaalfhalf
Voorjaar 2004. St. Een Joodse Erfenis te Winsum kijkt terug op twaalf-en-een-half jaar activiteit rond de Joodse erfenis.

int-HH-dagblad 99-11-26

int-HH-westerborkluisterpad
In 2015 is Hans betrokken bij het Westerbork-luisterpad.

Hoe kijk je terug op jullie gezamenlijke activiteiten in Winsum en in welke zin is je blik op de toekomst uiteindelijk medebepaald door wat je in de oorlog hebt meegemaakt?
x
Gelukkig heeft de groep in Winsum zich vanaf het begin ook met de hele regio in Noord-Groningen bezig gehouden, van Winsum tot Bedum, tot Leens en Ulrum en tot Warffum, Usquert en Uithuizen. We hebben lezingen georganiseerd en bijvoorbeeld ook een grote tentoonstelling in het museum in Warffum. We hebben op dat gebied vanaf de jaren negentig veel kunnen doen. Jan Regtien en ik schreven de publicaties, maar er was een hele groep mensen omheen die hebben geholpen om alles te organiseren. Natuurlijk was Jan Regtien ook een goede voorzitter, die er voor zorgde dat iedereen aan het woord kwam en z’n zegje kon zeggen. Dat is ook belangrijk. En in 2011 is de restauratie van de voormalige synagoge van Winsum gerealiseerd. Zo kan het verhaal van de Winsumer Joden ook door dat gebouwtje bewaard blijven en doorverteld worden.

int-HH-baistenmaart2009
Baistemaart 2009, met links in beeld: Hans Hamburger (met alpinopet) bij promotieactiviteit voor restauratie van de voormalige synagoge.

int-HH-janhans2011
Zomer 2011. Hans Hamburger en Jan Regtien tijdens een onderwijsactiviteit bij de gerestaureerde synagoge.

Wat er is gebeurd geeft je natuurlijk een beeld van hoe mensen zijn, maar dat geldt ook in het algemeen. Pas aan het eind van je leven ga je meer terugkijken. Aan de ene kant heeft die oorlog natuurlijk wel gemaakt dat je de mensen bent gaan zien als ‘daders en slachtoffers’ en dat stemt pessimistisch. Aan de andere kant zijn er ook altijd mensen geweest die hebben geholpen en als mensen helpen en daarbij hun eigen leven op het spel zetten, dan vind ik dat helden. Ik heb ook altijd veel respect gehad voor wat de geallieerden in de oorlog in Europa hebben gedaan om ons te bevrijden. Het is niet makkelijk om jezelf weg te cijferen en het is bijzonder als dat mensen lukt. Dat stemt dan ook weer optimistisch. En het leven zelf, de mensen om je heen, dat geeft je ook een goed gevoel. En weet je, eigenlijk wil ik deze zomer nog wel eens een kijkje gaan nemen in de gerestaureerde synagoge van Winsum en er een kop koffie drinken met Adri Dees, de voorzitter van stichting Behoud Synagoge Winsum.

int-HH-bart tekent zichzelf
Soms houdt humor je op de been. Zwager Bart (hier met initialen H.E., verwijzend naar zijn eigenlijke naam Harry Eckstein) tekent zichzelf als parachutist-arts in Nederlands Indië.

int-HH-hans1941int-HH-hans1951int-HH-hans1999int-HH-hans2011