Erfgoed
. x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. x. . x.
. x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x . x.
.
. x. . x. . x. . x. . x.
. x. . x. . x. . x. . x. . x. . x. . x.
.
begraaf
plaats.canon item 1867-m
.
.
anti
semitisme
canon item 1933
.
.
tweede
wereldoorlog
canon item 1942
.
.
monument
a/d sjoelcanon item 1993
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
winsums jodendom
Introductie
1. opkomst, bloei en neergang
2. vijf families
.
Wanneer uwe kinderen morgen vragen zullen...
Op 4 mei 1993 onthulde rabbijn Jacobs uit Utrecht het monument aan de voormalige synagoge van Winsum ter nagedachtenis aan de dertien Joodse oorlogsslachtoffers uit Winsum, allen in 1942 en 1943 in Auschwitz vermoord. Met de woorden uit de monumenttekst - 'Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer uwe kinderen morgen vragen zullen zeggende: wat zijn u deze stenen?' - introduceren wij onderstaande informatie over de Joodse aanwezigheid in Winsum en de naoorlogse herdenking van slachtoffers. Het drama van de Jodenvernietiging tijdens de Tweede Wereldoorlog is niet in woorden te vatten, maar zonder woorden kan het ook niet.
.
joods
groningen
provinciebreed
.
Introductie
Aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw staat Nederland onder Frans bestuur. Dit brengt ons onder andere invoering van de burgerlijke stand. Zo kunnen wij aan het begin van de 21e eeuw bijvoorbeeld thuis achter de computer via de website allegroningers.nl een transcriptie inzien van een akte van besnijdenis op 4 maart 1784 van Haiman van Berg, zoon van de Joodse slager Izaäk Marcus van Berg uit Winsum. Op een lijst met inwoners van Winsum-Obergum uit het jaar 1809, vinden we deze zelfde slager Izaäk Marcus van Berg terug als eigenaar van huis nummer 3 in Obergum. Het gaat om een huis aan de Oosterstraat, aan de kant van het Winsumerdiep (nu nummer 16/14). Bovenstaande foto uit 1910 is genomen vanaf de Boogbrug in oostelijke richting en toont de wallekant van het perceel dat honderd jaar eerder bij het huis van Izaäk Marcus hoort (naast het eerste turfscheepje links aan de kade). Uit het begin van de 19e eeuw is nauwelijks beeldmateriaal beschikbaar en kennis over het dagelijks leven van gewone mensen komt in deze periode dan ook vooral uit archieven, wat spaarzame restanten van gebruiksvoorwerpen, de enkele markante Joodse begraafplaatsen, een bewaard gebleven gebouw of een inscriptie. En triest genoeg, van later datum, zijn er de vele oorlogsmonumenten. Aan de hand van dit materiaal volgt hier een korte terugblik op twee eeuwen Joodse aanwezigheid in Winsum-Obergum. De vroege vestiging, handelsgeest, burgerschap, participatie en het maatschappelijk succes komen daarbij in beeld. Evenals de inzet voor Ringsynagoge Winsum, die als eerste in de provincie Groningen al vanaf 1816 officiële erkenning verkrijgt.
De komst van Izaäk Marcus van Berg en zijn vrouw Leentje Benjamins naar Winsum in het jaar 1774 staat te boek als het begin van de vestigingsgeschiedenis van Joden in Winsum-Obergum. Er volgen nog vier families die een aantal generaties achtereen in Winsum blijven wonen. Andere families blijven minder lang, maar zijn natuurlijk evenzeer van invloed op het wel en wee van hun kleine Joodse gemeenschap op het Groninger Hogeland. In die beginfase hebben ze nog hun eigen taal, het Jiddisch en hun joodse religie gebiedt hen zaterdagsrust voor sjabbat. Al vanaf 1810 is er ook sprake van religieuze samenkomsten in Winsum, waarvoor dan minimaal tien Joodse mannen van dertien jaar of ouder bijeen moeten zijn. Daarvoor komen ook de slagers Van Zanten en Van Hoorn uit Baflo naar Winsum toe. Feitelijk is het Winsums Jodendom ook niet los te zien van het Jodendom in de gehele regio Noordwest Groningen. Maar om de beschrijving overzichtelijk te houden, beperken we ons hier toch zoveel mogelijk tot de gebeurtenissen in het tweelingdorp Winsum-Obergum.
1. Opkomst, bloei en neergang
De dochter van de slager in Baflo
Onder het bestuur van de teruggekeerde Prins Willem van Oranje (Scheveningen, 1813) krijgt 'vrijheid van godsdienst' voor de joods-religieuze bevolking in ons land ook in organisatorische zin vorm en inhoud. Toch biedt een plakkaat van 1754 van het stadsbestuur van Groningen al de mogelijkheid voor Joden om vrijelijk in de Ommelanden het slagersvak uit te oefenen. Een reden die genoemd wordt, is dat in een tijd waarin runderpest veelvuldig voorkomt, de netheid van de koosjere Joodse slagers van groot belang is. Bovendien heeft het slagersgilde in de stad geen behoefte aan de concurrentie van Joodse slagers, die zelf voor Joodse consumptie slechts een klein deel van het dier mogen gebruiken en het overige vlees goedkoop op de markt brengen. In ieder geval is er al vroeg in de 18e eeuw sprake van een Joodse slagersfamilie in Baflo, want rond 1727 wordt daar Hartog Benjamin van Zanten geboren, die zich later als slager in Baflo vestigt. In zijn gezin wordt onder andere dochter Leentje van Zanten geboren. In 1774 sterft vader Benjamin. Leentje vestigt zich dan met haar man Izaäk Marcus van Berg als eerste Joodse familie in Winsum. Mogelijk heeft het echtpaar wat geld om zich daar te vestigen. Contacten zijn er ook. Daarvoor zijn er de vee- en jaarmarkten en de Joodse bruiloften en begrafenissen. Goede banden en onderlinge hulp horen bij de vestigingscultuur. De eerste telling van Joden in Winsum dateert uit 1809: er zijn dan elf Joden, zeventig jaar later (1879) zijn dat er vijfenvijftig. Tijdens de laatste telling in 1941 wonen er nog slechts dertien Joden in Winsum.
r
e
s
t
a
u
r
a
t
i
e
.
o
u
d
e
.
s
y
n
a
g
o
g
e
.
Een synagoge, een schoollokaal, een onderwijzerswoning en een badhuis
Het hoogtepunt voor de Joods Winsumse gemeenschap ligt in het jaar 1889. Tien jaar na realisatie van de nieuwbouw van de synagoge aan de Schoolstraat, direct naast de eveneens nieuw verrezen School met den Bijbel. Als de ambitieuze plannen van het synagogebestuur waren doorgegaan was er ook een Joodse school en een badhuis gekomen, maar dat blijkt te duur uit te pakken. Daarom worden de bouwplannen aangepast en wordt er een inpandige ruimte gerealiseerd voor een kleine mikwe (heilig bad) en een naastgelegen lokaaltje. De Joodse kinderen volgen hun 'Joodse les' buiten de normale schooltijd om, maar waar dit plaatsvindt is niet met zekerheid te zeggen. Aan het eind van de 19e eeuw neemt het aantal Joden sterk af. Jongeren trekken naar de steden, op zoek naar werk. Anderen nemen afstand van hun Joodse roots en ook de gezinsgrootte neemt sterk af. Begin jaren dertig wordt de geloofsgemeenschap zo klein dat de synagoge nauwelijks meer voor religieuze samenkomsten wordt gebruikt. Mogelijk is de bruiloft van Izaäc de Vries en Ellie Oudgenoeg in de zomer van 1931 één van de laatste gebeurtenissen op dit gebied. Izaäc de Vries wordt bestuurslid van de Joodse Gemeente Winsum, samen met Simon Benninga uit Eenrum en Hartog van der Hal uit Warffum. De Benninga's uit Eenrum maken al sinds 1888 deel uit van het bestuur van de Joodse Gemeente in Winsum. Naast het eerder genoemde driemanschap maakt in 1932 ook rebbe Abraham de Vries nog deel uit van het bestuur. Abraham de Vries is een kleinzoon van stamvader Levie Lazarus de Vries en geen familie van Izaäk de Vries. Abraham behoort tot de andere Winsumse familie de Vries en krijgt sinds de dood van rebbe Heiman van Berg in 1924 ook een leidende rol in het voorgaan van de gelovigen. Hij sterft op 19 november 1933 en gaat de geschiedenis in als de laatste rebbe van Winsum.
De voormalige synagoge komt kort na de dood van de rebbe in gebruik voor vakbonds- en buurtactiviteiten en zal na de oorlog tot april 2011 de naam 'N.A. de Vriesgebouw' dragen. Dit is geen verwijzing naar Winsums laatste rebbe, maar naar vakbondsman en politicus Nathan Albert de Vries, die deel uitmaakt van een andere Joodse familie de Vries in Winsum. Na de dood van rebbe de Vries blijven de overige drie bestuursleden van de Joodse Gemeente Winsum verantwoordelijk voor het innen van de gelden uit verhuur van de synagoge. Daarnaast blijft men tot de verkoop van synagoge in oktober 1940 waarschijnlijk ook nog verantwoordelijk voor klein onderhoud aan de synagoge en voor het begraven van de doden op de Joodse begraafplaats aan de Munsterweg.
De laatste Winsumer Joden
Het antisemitisme in West-Europa krijgt na de Eerste Wereldoorlog steeds meer voet aan de grond. Tolerantie en inlevingsvermogen maken stapsgewijs plaats voor onverdraagzaamheid en racisme. Na de Kristallnacht in Berlijn in de nacht van 9 op 10 november 1938 is het monster van de Jodenhaat niet meer te temmen. Joden wonen dan inmiddels in groten getale in de steden. In Winsum wonen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nog slechts veertien Joden: vijf vrijgezellen, twee echtparen met elk twee kinderen en grootmoeder Sophia de Vries-van der Klei. Haar jongste zoon Izaäc trouwt pas als hij in de veertig is en woont tot die tijd bij zijn ouders in huis. Daar weet hij de bedrijvigheid van zijn vader Jacob de Vries verder uit te bouwen. Zo bewonen Izaäc en Ellie met hun twee kinderen, Sophietje en kleine Jacob Comprecht, een mooi huis in de Tuinbouwstraat 15, met een fraaie auto voor de deur. Iets wat vóór de oorlog maar weinig dorpelingen zich kunnen permiteren. In het gezin van Izaäcs broer Michiel en zijn vrouw Agatha heeft men minder geld te besteden. Er heerst ziekte in de familie en dat brengt kosten met zich mee. Toch gaan ook daar de kinderen Israël en Sophius altijd fraai gekleed naar school. Ze hebben een eigen huis/annex winkel in Obergum-Oost en zetten hun beste beentje voor, zolang dat kan.
2. Vijf families
bestuurders van het eerste uur
I. Izaäk Marcus van Berg en nakomelingen
1774 - 1942
De familie Van Berg vestigt zich in 1774 in Obergum. De aanname van de achternaam 'Van Berg' is van later datum. De vader van Izaäk Marcus van Berg komt na de dood van zijn vrouw ook naar Winsum. Hij wordt rond 1719 geboren en sterft in 1808 in Obergum. Van de opeenvolgende generaties Van Berg die in Winsum-Obergum zijn geboren en opgegroeid, noemen we:
1. Izaäk Marcus van Berg (1754-1829) > synagoge-bestuurder van 1816 tot 1829
2. Benjamin Izaäks van Berg (1776-1849)
3. Meijer Benjamins van Berg (1808-1869) > synagoge-bestuurder van 1841 tot 1869
4. Haiman van Berg (1842-1924) > synagoge-bestuurder/rebbe van 1876 tot 1898
5. Izack Jonathan van Berg (1885-1942) >(zie foto linksonder)
6. Frederika van Berg (1925-1942)
Na de dood van de eerste Winsumer Van Berg, Izaäk Marcus, gaat zijn dochter Anna (1789-1863) met haar man, Izaäk Berends de Jonge (1784-1859), in het huis aan de Oosterstraat 14/16 wonen. Ook schoonzoon Izaäk de Jonge is nauw betrokken bij het wel en wee van de Joodse Gemeente en staat al vanaf de officiële erkenning in 1816 te boek als ouderling. De later Van Bergs betrekken huisje 16 in de Havenstraat, eerder eigendom van Levie Lazarus de Vries.
II. Izaäk Nathans de Vries en nakomelingen
1797 - 1943
Izaäk Nathans de Vries, geboren op 2 juli 1764, vestigt zich in 1797 vanuit Garnwerd met zijn vrouw Froontje van der Kamp in Winsum. Volgens de lijst met inwoners van Winsum-Obergum, gebaseerd op het kohier van omslag over de ingezeten van Winsum voor het jaar 1809, is Izaäk Nathans eigenaar van huis 31 te Winsum. Het gaat om een winkel in de Hoofdstraat-W tussen Centrumkerk en Spar. Van de opeenvolgende generaties Van Berg die in Winsum-Obergum zijn geboren en opgegroeid, noemen we:
1a. Izaäk Nathans de Vries (1764-1848) > synagoge-bestuurder (1816-1831)
2a. Nathan Izaäks de Vries (1816-1908) > synagoge-bestuurder (1835-1846)
3a. Hartog de Vries (1836-1908) > synagoge-bestuurder (1876-1900) en initiatiefnemer bij de bouw van de synagoge aan de Schoolstraat. Zijn zoon Nathan Albert de Vries laat het jodendom achter zich en wordt actief in politiek en overheidsbestuur.
4b. Izaãc de Vries (1890-1942), oudste zoon van Hartogs broer Jakob de Vries > synagoge-bestuurder (?1932-1942)
foto's linksboven:
L1. Lokatie 'huisje Havenstraat 14/16' wordt in 1828 bewoond door Levie Lazarus de Vries (1878-1837) en later door de familie van Berg
L2. Izack Jonathan van Berg (1885-1942) woonde met zijn vader, slager en synagogbestuurder, Haiman van Berg (1842-191924) in dit huisje aan de Havenstraat, nabij het Chinese restauratie (foto begin dertiger jaren).
.
.
Synagoge-bestuurders van buiten Winsum komen uit de families Neerduin (Delfzijl, periode 1876-1881), Benninga (Eenrum, periode 1888-1945) en Van der Hal (derde generatie: Hartog, Warffum, periode 1932-1942).
.
De foto rechts is genomen in de Molenstraat te Eenrum en toont Simon Benninga (Eenrum-1876 | Amsterdam-1959) met kleinzoon Simon Zadok Benninga (Eenrum-1947 | Tel Aviv 2014).
.
> Lees ook het interview met de Israëlische achterkleinzoon van Simon, Noach Benninga.
.
foto's rechtsboven (archief JCK):
R1. Slager/handelsagent Jakob de Vries (Winsum-1843 | Winsum-1934) woont van zijn 4e tot zijn 32-ste levensjaar bij zijn ouders op de boerderij in Wetsinge, het 'Jeudenplaetske'. Daarna keert naar Winsum terug, waar hij vanaf zijn huwelijk in 1885 met Sophia van der Klei (1858-1942) uit Appingedam woont.
R2. Het Jeudenplaetske in Wetsinge, nabij het Reitdiep.
.
.
geestelijk leiderschap
- voorgaan in de religieuze samenkomst, voorzang tijdens de dienst, koosjere slacht, joods onderwijs -
.
III. Levie Lazarus de Vries
1808 - 1942
In 1808 vestigt slager Levie Lazarus de Vries uit Trier (1768-1837) zich met zijn vrouw Kaatje Samuels Leek en hun drie dochters, Ester, Eltje en Sara in Winsum. Levie's oudste dochter Ester is in 1801 in Garnwerd geboren, de andere twee meisjes in Sauwerd. In de opeenvolgende generaties zal de naam 'Levie' (die in de Joodse traditie verwijst naar dienstbaarheid aan de religie) regelmatig terugkeren. Volgens de minuutkaart van Winsum uit 1828 woont Levie Lazarus de Vries met zijn gezin op nummer 49 (nu Havenstraat 16, kadasternummer 107). Later verruilt hij het huis in de Havenstraat voor een huis in Obergum-West. Ester, de oudste dochter van Levie Lazarus, trouwt in 1820 met godsdienstleraar Eliazer de Haan en keert dan terug naar haar geboortedorp Garnwerd. Eliazer blijft lange tijd een rol spelen in het Joods religieze leven in de omtrek. Zijn vrouw Ester sterft al vóór haar dertigste. Waarschijnlijk is de armlastige Eliazer de Haan degene die later bij diverse leden van de kille in de kost is. Hij sterft in 1849 in Aduard, bij zijn dochter Catharina Gans-de Haan. Na zijn overlijden stelt het bestuur van de Joodse Gemeente in Winsum een nieuwe voorzanger aan, Asser Italie uit Meppel. Dit maakt het aannemelijk dat Eliazer de Haan niet alleen godsdienstleraar was, maar ook voorzanger. Van de opeenvolgende generaties noemen we:
1. Levie Lazarus de Vries (1876-1848) > synagoge-bestuurder (1831-1837)
2. Samuel Levie de Vries (1812-1874 > synagoge-bestuurder (1857-1870)
3. Abraham de Vries (1848-1933) > synagoge-bestuurder/rebbe (1881-1932)
Van de vierde generatie 'De Vries' in deze lijn groeien vijf kinderen op in Obergum, te weten: Samuel (1879-1936), Ester (1882-1942), Comprecht (1887-1942), Rosa (1889-1941) en Betje (1889-?, na 1945).
> Lees ook het interview met Herman Knorringa, de jongste zoon van Betje Knorringa-de Vries.
.
.
IV : Emanuel Levie Garson en nakomelingen
1820-1940
De Winsumer familie Garson treedt in het voetspoor van de eerder gearriveerde familie Oeser. Elias Oeser komt al in 1802 naar Winsum en krijgt daar samen met zijn vrouw Rachel Philippus in 1812, 1814 en 1816 drie kinderen: Oeser, Eva en Filip. Dan sterft vader Elias in 1818. Mogelijk woont de familie dan in het tussenhuisje aan het Kerkpad bij de Obergumerkerk. Weduwe Rachel Oeser-Philippus trouwt twee jaar later met godsdienstleraar/koopman Emanuel Levie Garson (1769-1849). Hij is geboren in Osterode (Hannover) en is met zijn ouders (afkomstig uit Oostenrijk) op doorreis naar Nederland. Samen met godsdienstlelaar Eliazer de Haan uit Edam brengt Emanuel Levie Garson de Joodse jeugd in Winsum en wijde omtrek kennis bij over de Hebreeuwse taal, joodse wetten en geschiedenis van het Joodse volk. Of er in het Nederlands of in het Jiddisch les wordt gegeven aan de Joodse kinderen en of er in de 19e eeuw ook algemeen vormende vakken op het programma staan, is niet bekend. Uit het huwelijk van Rachel Philippus en Emanuel Levie Garson worden in Winsum nogmaals drie kinderen geboren, waaronder hun enige zoon Garson Garson (1825-1901).
> Lees ook het interview met Rob Garson, de achterkleinzoon van Garson-Garson.
.
.
V : Jacob Philippus Goldsmith
1833-1918
.
Philip Aron Goldsmith (1760-1843) wordt in Emden in Duitsland geboren. Hij trouwt met Roossien Jacobs van der Broek uit Veendam. Hun zoon Jacob Philippus Goldsmith (1802-1843) wordt geboren in Delfzijl. Hij trouwt met Frouwke Comprecht van der Zijl uit Appingedam. Dit echtpaar vestigt zich in 1833 vanuit Noordbroek met hun drie kinderen, Roosje (1827-1908), Mietje en Philippus in Winsum-Obergum. Hier worden nog drie kinderen geboren, Comprecht, Frederika en de jongste, Izaäk Goldsmith (1838-1918). Als enige van de zes kinderen blijft Izaäk in Winsum wonen. Net als zijn vader wordt hij borstelmaker. Hij heeft een kleine winkel, waarschijnlijk aan de Westerstraat. Hij trouwt met Saartje de Vries uit Veendam en er worden acht kinderen geboren. Na de oorlog hebben sommige Winsumers nog herinneringen aan Izaäk Goldsmith die met bepakking en enige tijd ook met de hondenkar met zijn koopwaar langs de dorpen ging. Hij wordt ook wel als 'de rebbe vóór Haiman van Berg' genoemd. Zowel over Van Berg als over Goldsmith hebben we daarover geen schriftelijke informatie. In 1817 is er in het overzicht van ringsynagoge-bestuurders wel sprake van een loco-secretaris I. Goldsmit, maar waarschijnlijk komt deze Joodse bestuurder van buiten Winsum (mogelijk uit Delfzijl).
foto linksboven:
Rebbe Abraham de Vries (1848-1933) met zijn kleinzonen Bram de Vries (1915-1944) en Bram Knorringa (1926-...), het zoontje van de jongste dochter van de rebbe. Bram, zijn broertje Herman en beide ouders Knorringa overleven de oorlog in de onderduik.
boven: De oude toog in Hotel Til, nu Café J&A, naast de Boogbrug over het Winsumerdiep is er nog. Links aan de tap staat koopman/slager en hulpober Jozef Garson (1880-1942) uit de Nieuwstraat. Hij komt graag onder de mensen.
foto linksboven (archief gemeente Winsum):
Izaäk Goldsmith (1838-1918) is de jongste broer van Roosje Goldsmith (foto rechts). Als enige van de zes kinderen van Jacob Goldsmith blijft Izaäk in Winsum wonen en heeft er een kleine winkel. Net als zijn vader is hij borstelmaker. Hij trouwt met Saartje de Vries uit Veendam. Ze krijgen acht kinderen. Na de oorlog hebben sommige Winsumers nog wel herinneringen aan Izaäk Goldsmith die met bepakking en enige tijd ook met de hondenkar met zijn koopwaar daarop langs de dorpen ging.
(foto: Baflo, begin 20e eeuw, archief gemeente Winsum)
.
foto rechtsboven (archief JCK):
(archief Joods Cultureel Kwartier, Amsterdam)
R1. Roosje Akker-Goldsmith (1827-1908) is geboren in Appingedam en woont vanaf haar zesde jaar in Winsum. In 1880 vertrekt ze met echtgenoot Heiman Akker en zes van hun kinderen naar Enkhuizen, waar Heiman, voorzanger in de synagoge wordt. Ze hebben er een bezemmakerij. Haar vroege Groningse jaren is Roosje waarschijnlijk nooit vergeten, getuige de foto van Roosje in Gronings kostuum. Haar kleinzoon Heiman Akker wordt later rabbijn in zijn grootmoeders geboortedorp Appingedam. Hij, zijn vrouw en vier van hun vijf kinderen overleven de oorlog niet.
.
foto rechtsonder:
R2. De bezemmakerij van de familie Akker in Enkhuizen is nu onderdeel van het Zuiderzeemuseum. Kinderen kunnen er nu leren hoe je een bezem moet maken.
.
.
.
izaäk marcus
van berg.canon item 1774
.
.
izaäc nathans
de vries.canon item 1797
.
.
levie lazarus
de vries.canon item 1808
.
.
emanuel levie
garsoncanon item 1820
.
.
jacob philippus
goldsmithcanon item 1834
.
.