William Moorlag

. interview juli 2015

  Canon Winsums Jodendom

  item 1834

x
x
Hond in de sjoel

Het ruime 18eeuwse pand aan de Westerstraat 21 is in Obergum niet onbekend. In 2006 verschijnt daar in het smalle oude straatje aan de noordzij van het Winsumerdiep een geheel nieuwe voorgevel aan de behuizing van nummer 21. Met zijn restauratie brengt architect Kauwen de tijd van vóór 1930 opnieuw tot leven en daar is in de omgeving veel waardering voor. Het oude winkelstraatje met z’n avontuurlijke steegjes ademt nog onmiskenbaar een vooroorlogse sfeer, maar inmiddels is er op dat gebied ook het nodige verloren gegaan. De architect heeft zich voor de restauratie van de voorgevel gebaseerd op een oude foto, precies zoals de huidige eigenaar William Moorlag het graag heeft gewild. Daar is overigens wel een hele speurtocht naar de geschiedenis van het pand aan voorafgegaan. Dat verhaal komt op Williams pad als hij begin jaren negentig niets vermoedend op een ochtend vóór het werk de hond gaat uitlaten en een voorbijgaande fietser hem toeroept: “Wat nou? Mit de hond oet de sjoel? Vrouger ist n jeudenkerkje west.” De man verdwijnt en William laat z’n hond uit. De toevallige passant ziet hij nooit meer terug, maar zijn nieuwsgierigheid is gewekt.

Je Gronings klinkt authentiek, ben je een geboren en getogen Winsumer of kom je van elders in de provincie?

Ik ben in Onderdendam geboren, maar mijn moeder komt uit Ierland. Wij hebben wij thuis een katholieke opvoeding gehad. Een katholieke school was er niet in Onderdendam en daarom gingen wij naar de lagere school in Bedum. Daar had je een klein katholiek schooltje met drie klassen. Er zaten maar zestig kinderen op die hele school. Met schoolvoetbal scoorden we daardoor meestal niet zo hoog, want ja… zoveel goeie voetballertjes had je natuurlijk niet op zo’n kleine school. Op de gereformeerde school in Bedum zaten toen wel zo’n vierhonderd kinderen. Maar in de tijd van de familie Jurna zijn we toch nog wel eens kampioen geweest. Dat waren goeie voetballers. Rinie Jurna is later zelfs profvoetballer geworden.

WP-interview william- jeugd
William heeft een fijne jeugd in Onderdendam en speelt er ook graag bij de waterkant.
WP-interview william ierland
Williams moeder is in Ierland geboren. Ze hebben er een aantal familiebezoekjes gebracht.

Verder leverde het geen problemen op, dat je katholiek was terwijl de meeste kinderen gereformeerd of hervormd waren. Als kind pikte je van beide kanten de graantjes mee. Ik had nergens last van, ze lieten je gewoon je gang gaan. Ik ging in Bedum naar de katholieke school en in Onderdendam naar de hervormde jeugdclub. Ook het kerstfeest vierde ik eerst op school in Bedum en later die dag nog eens in Onderdendam op de jeugdclub. Tijdens de middelbare schooltijd woonde ik in Delfzijl. Vader was zeeman. Hij zat op de kleine handelsvaart en was meestal van huis.

Thuis sprak mijn moeder een wonderlijke mengeling van Nederlands, Iers en Gronings. Achteraf vind ik het wel jammer dat ik niet tweetalig ben opgevoed. Dat had me mooi geleken. In je kindertijd kan je een tweede taal spelenderwijs erbij leren. Dat is heel wat anders dan een taal op school leren. Ik ben wel een aantal keer naar familie in Ierland geweest, een prachtig land. Jammer genoeg ben ik de laatste jaren niet meer in de gelegenheid geweest om daar nog eens heen te gaan.
x
x

Hoe ben je in Winsum terecht gekomen en hoe bevalt het jullie hier?

Na de middelbare school ben ik eerst gaan werken als bijrijder op een maaitractor bij een waterschap, maar dat was seizoenwerk. Daarna ben ik via een advertentie als leerling-ziekenverzorger aan de slag gegaan bij de Twaalf Hoven hier in Winsum. In die tijd was Jan Regtien directeur. Ik kreeg er een kamer in een woning die gehuurd werd door de Twaalf Hoven. Zo woonden er verspreid over Ripperda enkele tientallen ziekenverzorgers in opleiding. Mijn vrouw Anneke en ik zijn daarna samen op een bovenwoning in de Kerspel gaan wonen. Dat was begin jaren tachtig. Later zijn we in Obergum terecht gekomen, want in mijn jeugd heb ik altijd bij het water gewoond en dat wilde ik eigenlijk graag weer. In 1993 konden we dit huis in de Westerstraat kopen. We hadden toen al twee dochters. Er was heel wat op te knappen, maar het was een heerlijke tijd. Die tuin aan de achterkant, tot aan het Winsumerdiep aan toe, dat is echt prachtig en dat vind ik nog steeds, dat uitkijken over het water...
x
Na mijn tijd als ziekenverzorger bij de Twaalf Hoven, ben ik bij de FNV (Federatie Nederlandse Vakverenigingen) gaan werken en later ben ik de politiek in gegaan. De afgelopen jaren heb ik voor de PvdA als gedeputeerde in het provinciebestuur gezeten. Nu is er een nieuw College van Gedeputeerde Staten gevormd, zonder de PvdA. Dan draag je zo van de ene dag op de andere je werk over aan je opvolger. Die overdracht wordt verder door de ambtenaren geregeld en je moet zelf op zoek naar ander werk. Ik ben eerst weer een paar maanden voor FNV-Oost gaan werken, maar in augustus start ik met een nieuwe baan. Dan ga ik aan de slag als directeur bij Werkleerbedrijf Alescon in Assen. Van daaruit worden mensen aan werk geholpen die een beschermde arbeidsomgeving nodig hebben. Voor mij is dat een nieuwe uitdaging. Ik hou van trekken en duwen, van intensief met mensen samenwerken. Het moet ook maatschappelijk relevant zijn en ik ga graag onbevangen aan de slag, ‘what you see is what you get’.

WP-interview william-google
Gedeputeerde William Moorlag (rechts in beeld) is namens de Provincie Groningen present in de Eemshaven als het nieuwe datacentrum van Google op 23 september 2014 'de klei in gaat' (klik op de foto voor de gulle lach).

Kan je iets meer vertellen over die speurtocht naar de geschiedenis van je huis? Wie heeft je daarbij geholpen en wat heeft je het meest verbaasd?
x
Historische belangstelling heb ik altijd gehad. Als kind al. Ik ben later altijd blijven 'strunen'. Hier in Winsum heb je natuurlijk ook een historische vereniging. Daar werd een bijeenkomst georganiseerd over archiefonderzoek en dat heeft me op het idee gebracht om naar het Kadaster in Groningen te gaan. In die tijd had ik al heel wat afgezocht in huis, maar sporen die er op wezen dat hier vroeger inderdaad een huissynagoge gehuisvest was, heb ik nooit gevonden. Het huis had wel een aparte zijingang aan de westkant, maar meer aanwijzingen waren er eigenlijk niet. Daarom ben ik dat gaan uitzoeken in het Kadaster.

WP-interview william winshem 2003-2
Tijdschrift van de Historische Vereniging Winsum-Obergum, jaargang 8 nr. 2, juli 2003 (zie pagina 6).
WP-interview william akte-1840
Verkoopakte 1840 van woning Westerstraat 21, Obergum, inclusief huiskamersynagoge.

Feitelijk heeft Jan Regtien, mijn vroegere directeur in de Twaalf Hoven, het meeste voor mij uitgezocht. Na zijn pensionering heeft hij met wat anderen Stichting Een Joodse Erfenis opgericht. Die stichting wilde bekendheid geven aan het lokale Joodse verleden en de Joodse oorlogsslachtoffers in Noordwest Groningen. Vanuit die hoek was Jan Regtien dus ook op zoek naar kennis over de plaats waar de Winsumer Joden in het begin van de negentiende eeuw hun religieuze bijeenkomsten organiseerden. In het Kadaster vond ik de koopakten van mijn huis, vanaf het begin van de negentiende eeuw. In een handgeschreven akte van 6 februari 1840 staat overduidelijk te lezen dat Alle Willems Koolstra, logementhouder te Groningen, ons huis verkoopt aan Tjeert Jans Timmer, timmerman te Eenrum. Met als bijzonderheid dat de koper verplicht is zich te houden aan het huurcontract met de Israëlitische Gemeente te Winsum betreffende het gebruik van een kamer van het huis als synagoge.
x
Als je dat leest in de officiële stukken van de notaris, dan dringt het eigenlijk pas echt tot je door dat dit inderdaad een deel van de geschiedenis van je eigen huis is geweest. Door de omnummering van huizen is er nog steeds veel onduidelijkheid rond de vroege huisvesting van de Joden in Winsum, maar dat zij in de periode van rond1830 tot 1879 in ons huis hun religieuze samenkomsten hielden, daar is geen twijfel meer aan. De opmerking van die voorbijganger op de fiets was dus niet uit de lucht gegrepen, en ja … dat is toch wel een heel bijzondere gewaarwording. Kadastraal is het huis ook gesplitst geweest. Dat was in de periode van 1870 tot 1904. Maar vanaf 1879 heeft de Joodse Gemeente al haar eigen synagoge aan de Schoolstraat 24. Vanaf die tijd wordt de kamer (met onder-keldering en open zolder) verhuurd aan een gezin met zes kinderen.

w
e
s
t
e
r
s
t
r
a
a
t
21

WP-interview v1930
vóór 1930

WP-interview 21-n1930
na 1930

WP-interview 21-n2006
na 2006

Eigenlijk zou je over die Westerstraat wel een boek kunnen schrijven. Heb jij nog herinneringen aan oude buurtgenoten en hun verhalen?
 
Er ligt hier heel veel geschiedenis. Huizen spreken boekdelen. Soms loop ik hier door de straat en dan probeer ik me voor te stellen hoe die mensen hier hebben geleefd en hoe ze er uit zagen. Duizenden mensen, ontelbaar veel voetstappen zijn hier gezet. Oude buurtbewoners hebben daar prachtige verhalen over verteld. Het zat hier vroeger vol met kleine winkeltjes, in de straat en in de steegjes die er op uitkomen. Soms kon je dat amper winkeltjes noemen. Dan ging het om ambachtslieden, die aan de deur verkochten. Die bedrijvigheid kan je soms nu nog aan de huizen terugzien. In de tijd dat er nog geen gasleiding was aangelegd, kookte iedereen in de wijde omgeving op flessengas, dat in gesloten ijzeren ketels werd verkocht. Die flessen kon je kopen bij de oude Hoeksema aan het eind van de Westerstraat. Hoeksema had er wel duizend op voorraad staan, midden in een woonwijk. Levensgevaarlijk, maar zo ging dat toen.

WP-interview william scherven
Scherven uit de tuin achter het huis aan de waterkant.

En dan alle tuinen bij die huizen, daar is ook een schat aan informatie te vinden. Scherven van oude potjes, brokken tegels, stukken muur. Ik heb van alles uit die tuin gehaald. Daar zaten ook heel oude scherven bij. Met een aantal daarvan ben ik eens naar zo’n bijeenkomst in Museum Wierdenland in Ezinge geweest. Daar hadden ze dan speciaal een deskundige voor uitgenodigd, waar bewoners hun vondsten aan konden laten zien. Ik had daar ook een stuk van een maalsteen bij, die meer dan duizend jaar oud moet zijn. Dat is oud. Van een dorp als Ezinge wordt zelfs gezegd dat het al bewoond werd vóór dat Rome was gesticht.
x
x
Hoe kijk je als politicus naar de mogelijkheden en beperkingen voor herkenbaarheid van religie in de openbare ruimte en wat is jouw visie op de toekomst voor het Joodse erfgoed in Winsum?
x
Mijn ervaring is dat mensen met verschillende achtergronden heel goed met elkaar kunnen samenleven. Met intolerantie kom je niet ver, je moet elkaar de ruimte gunnen. Dat heeft in Nederland altijd gekund. In vrijheid naast elkaar leven, dat is zo belangrijk. In Ierland heeft tientallen jaren een hevige gewapende strijd gewoed tussen de katholieken en de protestanten. Dat heeft duizenden slachtoffers het leven gekost. Bij die strijd zijn leden van mijn eigen familie omgekomen. Uiteindelijk is de bevolking van Ierland toch ook in staat geweest om weer ‘bruggen te bouwen’ naar elkaar toe. Dat vind ik wel een mooi gegeven. Daar moet je in blijven geloven.
x
Wat het Joodse erfgoed betreft is er in Winsum al veel gebeurd. Zelf vind ik dat er hier toch ook van die bronzen struikelsteentjes bij de huizen van de slachtoffers zouden moeten komen, met hun namen er op. Als je door de straten loopt, vertellen ze een verhaal. Vooral voor kinderen is dat belangrijk. Die leren veel meer van zo’n wandeling door de straten, van een monument, een herdenkingsteken ... Hier schuin tegenover zijn in 1942 ook twee leden van de Joodse familie de Vries (nakomelingen van rabbijn Abraham de Vries) weggevoerd naar Auschwitz en nooit meer teruggekomen. Die steentjes met hun namen er op zouden die herinnering levend kunnen houden. Je staat zo op een natuurlijke manier even stil bij wat er is gebeurd. Voor kinderen zegt zoiets vaak veel meer dan dat je ze de feiten uit een boekje laat leren. Misschien is er toch ook wel een rol weggelegd voor de plaatselijke politiek om zo’n struikelstenenproject in Winsum op gang te helpen. Er moet ook in een vroeg stadium gesproken worden met de mensen die nu in die huizen wonen, want hun stem telt natuurlijk ook.

d
e
u
r
x
h
u
i
s
s
y
n
a
g
o
g
e

WP-interview william zijdeur-1WP-interview william zijdeur-2WP-interview william zijdeur-3WP-interview william zijdeur-4

De synagoge in de Schoolstraat is in ieder geval gerestaureerd en dat is een belangrijk uitgangspunt. Dat is gelukt omdat er altijd wel een paar gekken te vinden zijn die bereid zijn om met elkaar ergens voor te gaan. Ik denk dat dat in de toekomst ook zo zal zijn. Dat gaat gewoon lukken. Denk alleen maar aan hoe dat destijds hier in dit huis moet zijn gegaan. In 1871 woonde hier scheepsbouwer Jan Pieter Takens. Hij zat in het kerkbestuur van de Hervormde kerk, maar in het huis dat hij deelde met het Israëlitisch Kerkgenootschap weerklonken de Joodse gebeden en gezangen. De zolder stond in open verbinding met de ruimtes beneden en wanden waren flinterdun. Dat vind ik toch altijd weer een mooie gedachte als ik hier door mijn huis loop … alles onder één dak ... Dat kon toen allemaal en dat geeft ook vertrouwen voor de toekomst.x