item 1834

Canon Winsums Jodendom
.
. x.   . x.   . x.   . x.   . x.
.

.
. x.   . x.   . x.

.
.

I N T R O D U C T I E
.

thema: Joodse gebedshuizen
.

meer over item 1834: klik hier
.
interview met bewoner voormalige huissynagoge, William Moorlag
klik hier
.
overzicht Canon Winsums Jodendom:
 klik hier

.

.

.X.

.1834.

Rond 1834 vindt de joodse eredienst plaats in een huissynagoge aan de Westerstraat te Obergum. Dit blijkt als er bij verkoop van het pand sprake is van een huurovereenkomst tussen het bestuur van de joodse gemeente en de eigenaar van de woning. Het betreft een ruimte op de begane grond aan de westzijde van het pand met een aparte ingang. Gezien de bouwwijze moeten de gebeden en gezangen destijds door het hele pand en ook daarbuiten geklonken hebben.

.

.X.

Tot 1879 is in het rechter deel van dit pand in de Westerstraat een huissynagoge gevestigd.

Zij-ingang van de voormalige huissynagoge in de Westerstraat.

Inleiding
Wanneer ben je eigenlijk Joods of hoe word je dat? Dat is natuurlijk ook een vraag die je kan stellen als je beter wil begrijpen wat er allemaal is gebeurd rond de vooroorlogse Joodse gemeenschap van Winsum. Op deze pagina zoeken we naar een antwoord en daarbij komen ook verhalen voorbij van ‘Lang geleden, in een ver land…’. Twee van die verhalen vertellen ons over Joodse feesten, die nog elk jaar gevierd worden. Misschien niet meer in Winsum, maar in ieder geval wel in de stad Groningen, in het Joodse Schooltje in Leek, in Zuidlaren, Leeuwarden en overal op de wereld waar Joden die hun feesten in ere willen houden, wonen of komen. Misschien uit religieuze overtuiging of gewoon uit traditie, omdat ze het zo geleerd hebben en zich er goed bij voelen. Dat kan natuurlijk ook. In de vervolgpagina zien we dat de Joodse Gemeente van Winsum als eerste in de provincie Groningen officiële erkenning krijgt en ook waar de huissynagoge staat. Drie rabbijnen passeren de revue en tot slot volgt een korte opsomming van synagogen in de provincie Groningen en de, na de oorlog daaruit overgebleven, centra met museale en/of joods-religieuze functie.

Joods zijn in Winsum
Volgens de Joodse traditie ben je Joods als je een Joodse vader en moeder hebt of alleen een Joodse moeder. Als je alleen een Joodse vader hebt, ben je volgens de Joodse traditie niet Joods. Volgens de Nederlandse wet ben je half-Joods als één van je ouders Joods is en de andere niet. Hoe dan ook, Joods ben je meestal omdat je als Jood geboren wordt. Als je niet-Joods geboren bent, maar je wilt bijvoorbeeld met een Joodse vrouw of man trouwen en ook graag zelf een joods religieus leven gaan leiden, dan kan dat wel, maar eenvoudig is het niet. Je moet daar veel voor leren en je aan allerlei gebruiken en leefregels gaan houden. Omdat het Joodse volk al zins mensenheugenis op heel veel verschillende plaatsen in de wereld tussen heel veel verschillende volkeren heeft gewoond is dat ‘Joods worden’ van niet-Joden in de loop der eeuwen natuurlijk vaker voorgekomen.

Drie verhalen
Over die wisselwerking tussen Joden en niet-Joden gaan de bijbelverhalen van Roet (Ruth), Ester (Esther) en Jona, stuk voor stuk verhalen over ‘Lang geleden in een ver land…’ Hieronder volgt eerst kort iets over de inhoud van de drie bijbehorende verhalen in Tenach en het Oude Testament. Daarna keren we nog even terug naar 'Joods zijn in Winsum'.

.

.

Ruth en Boas (1628, Claes C. Moeyaert). © public domain

.

Hamansoren, een traktatie met Poerim. © public domain

.

Eerste hoofdstuk van een handgeschreven rol van het Boek van Ester. © public domain

Roet en Boaz
Het verhaal over de niet-Joodse vrouw Roet (Ruth) die trouwt met een Joodse man staat in één van de Megilot (Feestrollen) en wordt in de synagoge gelezen met Sjavoeot (Wekenfeest), dat zeven weken na Pesach wordt gevierd. Hierin wordt herinnerd dat Moshé (Mozes) op zijn vlucht uit Egypte de Tien Geboden ontvangt. Het volk waar Roet (Ruth) toe behoort, leeft in de 6e of 5e eeuw v.C in een landstreek ten oosten van de Dode Zee, waar nu Jordanië ligt.

Vroeger was Sjavoeot het feest van de tarweoogst. De tarwe werd een dag of vijftig na de gerst binnengehaald. Bij de viering van Sjavoeot worden in de, met bloemen en vruchten versierde, synagoge nog altijd twee grote tarwebroden neergelegd, als teken van dankbaarheid voor de oogst. Die broden zijn elk drie-en-een-half pond zwaar. Net als het gewicht aan tarwebloem uit de eerste garven (bundels korenhalmen), die in bijbelse tijd als offergaven naar de priester werden gebracht. Op de tweede dag van Sjavoeot wordt in de synagoge het boek Roet (Ruth) gelezen. Een verhaal dat zich afspeelt tegen de achtergrond van een korenveld, waar boeren de oogst binnenhalen.

De datum van het feest wordt berekend met behulp van een speciale kalender die de zeven weken tussen Pesach en Sjavoeot aftelt. Dit noemt men de Omer-telling. Omer betekent letterlijk 'garve'. De telling begint op de tweede avond van Pesach.
Lees meer...[expand title="Lees meer...]Negenenveertig dagen later is het Sjavoeot. Elke dag telt men één dag van de Omer en zegt daarbij Tehiliem (psalmen) 67, een danklied voor de oogst. Zo valt Sjavoeot precies zeven weken na Pesach, net als in 'Pinksteren' (letterlijk 'vijftigste') bij het christendom. (In orthodox-joodse kring vormen deze weken een periode van rouw, waarin geen huwelijken worden gesloten.) Vele eeuwen is Sjavoeot gevierd als oogstfeest, maar vanaf de periode rond het jaar 100 n.C herinnert het vooral aan de ontvangst van wetgeving op de Sinai, die volgens de traditie plaatsvond op de vijftigste dag na het vertrek van de Joden uit Egypte.[/expand]

Ester
De Joodse Ester wordt in de 5e of 4e eeuw v.C koningin aan het Perzische hof en verbetert de moeilijke positie van de Joden buiten Judea. Door Esters toedoen kondigt de koning een nieuwe wet af in het land, waarna velen uit alle volken van het land zich bij de Joden aansluiten. Ook deze oude geschiedenis staat in één van de Feestrollen en wordt gelezen met het voorjaarsfeest Poerim, een vrolijk feest dat op carnaval lijkt.

Poerim wordt vroeg in het voorjaar gevierd. 'Poer' is een Perzisch woord dat 'lot' betekent. Het feest herdenkt de gebeurtenissen die in het boek Ester verteld worden: het verhaal van de dreigende ondergang en onverwachte verlossing van de Joden in de Perzische diaspora. De hoofdrol speelt de hoge ambtenaar Haman, die alle Joden in het Perzische rijk wil laten uitroeien. Zijn tegenspelers zijn Mordekai en diens nicht Ester. Deze twee ontdekken het plan van Haman en zien kans om dit te verijdelen. Het lot bepaalt de datum van de pogrom. Op de 13e dag van de maand Adar zouden alle Joden vogelvrij zijn, maar het Joodse verzet brengt de ondergang van hun vijanden. De gebeurtenissen waar het boek Ester over vertelt zijn nog steeds actueel. Zij gaan over de geschiedenis van eeuwen onderdrukking en vervolging van het Joodse volk.

Tijdens de dienst in de synagoge wordt de Ester-rol gelezen.
Lees meer...[expand title="Lees meer...]De kinderen nemen rateltjes mee, zogenaamde hamanskloppers. Telkens als de naam Haman klinkt, maken ze er lawaai mee. Deze naam wil een Jood binnen de muren van de synagoge niet horen. Na afloop van de dienst is er thuis een feestelijk gedekte tafel, met als bijzondere lekkernij kiesjeliejs. Dat zijn dunne pannekoekjes die ook wel hamansoren worden genoemd. Poerim is zo een carnavalesk feest geworden met verkleedpartijen en optochten. Een 'volksfeest' waar een stevig glas wijn wordt gedronken, want op Poerim mag je zoveel drinken tot je het verschil niet meer weet tussen "vervloekt zij Haman en gezegend zij Mordekai".[/expand]

Jona en de walvis (St. Janskerk in Gouda). © public domain

Jona in de grote vis
Een van de verhalen uit de Nevilem Acharoniem (Twaalf Profeten, 
4e/3e eeuw v.C) gaat over Jona die door eigen koppigheid in de buik van een grote vis belandt. Als hij na drie dagen weer ‘boven water’ komt, gaat hij naar Ninevé in Assyria om daar onder niet-Joden de God van Israël te verkondigen. Jona’s naam betekent duif. Net als Noach overleeft ook Jona op wonderbaarlijke wijze een hachelijk avontuur op zee. Het verhaal stelt een niet-Joods volk dat het verschil tussen goed en kwaad leert onderscheiden boven het persoonlijk welbevinden van Jona, de Joodse man met een opdracht. Het blijkt een levensles, die ook buiten het Jodendom tot de verbeelding spreekt: ‘Jonas in de wallevis, die vannacht gevangen is...’. Niet alleen in liedjes en spel, ook als beeld in een park, in glaskunst, mozaïek, prentenboeken, keukentegels: Jona in de buik van de vis, Jona onder de wonderboom...
.
Jona, 28 eeuwen oud en nog altijd present, maar vooral in landen waar christenen wonen of hebben gewoond, want in jodendom en islam geldt een beeldverbod en beperkt men zich meestal tot de geschreven tekst. Zo wordt het verhaal over Jona jaarlijks gelezen in de synagoge tijdens Jom Kipoer (Grote Verzoendag), de heiligste dag in het joods-religieuze jaar.

'Jews Praying in the Synagogue on Yom Kippur' (1878 Maurice Gottlieb, Tel Aviv Museum of art) © public domain

.

Jonas Oeser wordt gereformeerd.

.

Joods-zijn in Winsum (vervolg)
De Joodse families die vanaf 1774 in Winsum komen wonen, vormen een minderheid binnen de overwegend christelijke, autochtone bevolking. Al in het begin van de 19e eeuw hebben ze hun eigen kleine joodse gemeente. Ze vieren hun heilige dag,
sabbat, niet op zondag maar op zaterdag. Ze leven in gescheiden werelden. Joden blijven Joods, trouwen Joods en voeden hun kinderen Joods op en zo gaat dat ook met de christenen. Er zijn in Winsum geen niet-Joden bekend die Joods worden en er zijn ook maar weinig Joden die christen worden of op andere wijze afstand doen van hun Joodse wortels.
.
Eén van hen is Jonas Oeser (1856-1929). Jonas is de zoon van Filip Oeser. Hij verliest zijn vader al op tweejarige leeftijd en groeit op bij zijn stiefvader, de Joodse godsdienstleraar Emanuel Levie Garson. Als Jonas volwassen is, verlaat hij Winsum en wordt gereformeerd. Ook kleinzoon Minko Garson (1874-1923) van godsdienstleraar Emanuel Levie Garson verlaat zijn geboortedorp, laat zijn joodse geloof achter zich en trouwt met een christelijke vrouw. Een stap die voor de kleine joodse gemeenschap niet makkelijk is. Sommigen laten zelfs alle vormen van religie achter. Zo trekt Nathan Albert de Vries (1878-1924), de vrijdenker onder de Joodse Winsumers, in 1907 weg uit zijn geboortedorp om in de stad Groningen zijn idealen binnen het socialisme te realiseren. Ook dat levert natuurlijk verdriet op voor de achterblijvers. De relatie tussen Nathan en zijn ouders heeft daardoor onherstelbare schade opgeleverd. Nathan trouwde dan ook zonder toestemming en aanwezigheid van zijn ouders.

.

Nathan de Vries wordt vrijdenker.

.
meer
over item 1834:
klik hier
.

.X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.   .X.

.
home