item 1797 (m)
.
.
.X.
.1797.
Op de introductiepagina van item 1797 stond centraal wat er allemaal bij komt kijken als je uit een ander land komt en wilt gaan wonen en werken in een onbekende nieuwe omgeving. Ook staat daar beschreven welke beroepen Joodse Nederlanders kiezen en wat voor beroepen Winsumer Joden zoal hadden. Deze verdiepingspagina gaat in op hoe het Joodse leven thuis eruit ziet en tot slot volgen we de opeenvolgende generatie uit de familie van Nathan Izaäks de Vries.
.
.X.
.
Joods leven thuis
In het huiselijk leven staat naast de kost verdienen ook het opvoeden van de kinderen in de Joodse traditie centraal. Binnen het Joodse gezin is de moeder verantwoordelijk voor de zorg voor gezin, huishouding en praktische uitvoering van joods religieuze leefregels. Soms is er weinig geld om van te leven, soms is er extra zorg nodig voor zieken of ouderen. Maar bij al die huiselijke taken hoort zeker ook de vreugde van het organiseren van de Joodse feesten in huis, zoals de wekelijkse sabbatmaaltijden, Pesach in het voorjaar, Loofhutten in de herfst en het lichtjesfeest Chanoeka in december.
.
Naast seizoen- en heilige feestdagen zijn er ook treurdagen die voor alle Joden gelden. Soms mag er dan niet gegeten worden.
Ook zijn er feesten die niet voor iedereen gelden. Een bruiloftsfeest bijvoorbeeld en als een meisje twaalf jaar wordt, viert ze haar 'bat mitswa'-feest. Een jongen wordt bar-mitswa als hij dertien jaar wordt. Vanaf die leeftijd telt een jongens ook in de synagoge mee als een volwassen man. Letterlijk betekent het 'dochter of zoon van de opdracht'. Als de familie zich dat kan permitteren wordt zo'n feest rond het religieus 'volwassen worden' groots gevierd. De familie komt dan van heinde en verre, er zijn cadeaus en er is een feestmaal.
.
Nog veel groter is het feest als er een Joodse bruiloft wordt gevierd en een zoon of dochter het ouderlijk huis verruilt voor een eigen dak boven het hoofd. In het Rijksmuseum in Amsterdam hangt een schilderij van zo'n Joodse bruiloft, geschilderd door de in Groningen geboren schilder Jozef Israëls.
.
.
.
.
.
sterren aan de hemel
Joden trouwen in een synagoge, onder de choepa. Dit is een (huwelijks)baldakijn, maar de term wordt ook gebruikt voor de hele Joodse huwelijksceremonie. Daarbij staan bruid en bruidegom samen onder een aan vier palen bevestigde doek of gebedskleed. Dit verbeeldt het huis waar het nieuwe paar gaat wonen. Soms wordt de ceremonie in de openlucht gehouden, bij voorkeur bij het vallen van de avond, want dan kan men de sterrenhemel zien. Dit herinnert aan de belofte uit de Thora dat de nakomelingen van aartsvader Awraham (Abraham) zo talrijk zullen zijn als er sterren aan de hemel staan. Zo spreekt uit die ceremonie hoop op vruchtbaarheid en nieuw leven.
Volgens de joodse spijswetten moet het eten van religieuze joden rein of 'koosjer' zijn. In het Hebreeuws zegt men kasjroet.
Lees meer...[expand title="Lees meer...] De basis hiervoor staat in de Thora (joodse wet), in de tekst van Wajikra (Leviticus) en Devariem (Deuteronomium). Daar staat bijvoorbeeld dat men wel vlees mag eten van herkauwende dieren met gespleten hoeven, zoals rundvlees en vlees van schaap, geit en hert. Maar vlees van kameel, varken, paard en haas is verboden. Vis mag men alleen eten als deze vinnen en schubben heeft. Paling, garnaal en kreeft zijn dus verboden. Ook mag men niet in één maaltijd zowel melk- als vleesproducten eten. Voor vlees geldt dat de dieren op joodse wijze geslacht moeten zijn door een halssnede. Verder moeten ook brood en wijn koosjer zijn en maaltijden mogen niet bereid worden door niet-Joden.[/expand]
.
Nakomelingen van Izaäk Nathans de Vries
Izaäk Nathans de Vries (1758-1848) trouwt in Garnwerd in 1797 met Froontje van der Kamp ((1772-1827), geboren te Niewolda aan het Termunterzijldiep in het 'Eems-Dollard'-gebied. Izaäk Nathans is koopman/marskramer en trekt vanuit Duitsland naar Oost-Groningen. Na zijn huwelijk gaat hij in Winsum wonen. Er komen vijf zonen en een dochter. Het oudste kind overlijdt jong. Dan komen (I.) Comprecht Izaäks (1799), Frouwke Izaäks (1802) en (II.) Nathan Izaäks (1806). Daarna volgen nog twee kinderen die jong sterven. Vader Izaäk Nathans weet goed zaken te doen, heeft het hoogste inkomen van de Joodse inwoners van Winsum en staat vanaf 1816 ook te boek als penningmeester op de bestuurslijst van ringsynagoge Winsum.
In 1831 koopt Izaäk Nathans op een veiling een boerderij bij Wetsinge. Daar bouwt zijn oudste zoon Comprecht Izaäks de Vries een bestaan op als landbouwer/koopman. Zijn jongere zoon Nathan Izaäks de Vries wordt koopman in wol en huiden. Stamvader Izaäk Nathans de Vries sterft, negentig jaar oud. Hij wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Groningen aan de Moesstraat (GM 570).
.
I. Comprecht Izaäks de Vries
Izaäk Nathans zoon, Comprecht (1799-1867), trouwt in 1842 met Roosje Cohen uit Bedum. Hun eerste twee kinderen, Jacob en Julia worden in Winsum geboren. In 1847 gaat het gezin in Groot-Wetsinge aan de Karspelweg nr. 4 wonen, dat bekend staat als het Jeudenplaetske. Daar worden nog vijf kinderen geboren, waarvan er twee jong sterven. Comprecht Izaäks is landbouwer. Hij werkt op een boerderij met tien hectare grond en heeft een goed renderend bedrijf.
Comprechts oudste zoon Jakob de Vries (1843-1934) keert in 1879 terug naar Winsum, trouwt met Sophie van der Klei uit Appingedam (1858-1943) en krijgt vier kinderen. Zij wonen eerst op de hoek Oosterstraat/Schoolstraat en laten in 1928 een huis bouwen aan Tuinbouwstraat 15.
Jacob is slager en heeft daarnaast een agentschap voor zijn Oprechte Winsumer Zalf. Die zalf maakt hij in de schuur naast zijn huis. Hun twee zonen, Michiel en Izaäk blijven in Winsum wonen. Hun oudste dochter, Rozette de Lange-de Vries, trouwt en gaat in de stad Groningen wonen en hun jongste dochter, Mina de Vries-de Vries, in Oss. Jakob sterft vóór de oorlog. Zijn grafsteen staat op de Joodse begraafplaats aan de Munsterweg. Sophia wordt op 12 november 1942 gedeporteerd en sterft later in Auschwitz.
.
.
II. Nathan Izaäks de Vries
Izaäk Nathans zoon, Nathan (1806-1846), de jongere broer van Comprecht, heeft een handel in wol en huiden aan de Hoofdstraat-W 40/44 (naast het parkeerterrein van de Spar). Daar worden huiden van slachtvee bewerkt tot leer. Daarbij worden de vacht-, vlees- en botresten verwijderd en vervolgens worden de huiden gespoeld in het Winsumerdiep, aan het eind van de Havenstraat. Vader Nathan Izaäks en zijn zoon Hartog de Vries doen goede zaken in de wolhandel en leerbewerking. Bij Hartogs zoon Nathan Albert de Vries neemt de geschiedenis echter een andere wending.
Nathan Albert de Vries (in Winsum bekend als N.A. de Vries) begint als wolhandelaar in het bedrijf van zijn vader in Winsum, maar ontwikkelt zich gaandeweg tot vrijdenker, drankbestrijder, politicus, wethouder en gedeputeerde in Groningen. Hij trouwt in 1906 te Groningen met de niet-Joodse arts en politica Agnes Bruins. Het echtpaar krijgt geen kinderen. De twee jaar oudere zuster van Nathan Albert, Rebecca Reintje de Vries vestigt zich in 1900 vanuit Winsum in de stad Groningen en woont later in Amsterdam. Zij blijft ongehuwd en sterft in 1943 te Westerbork.
.
Michiel de Vries (1888-1942) is de oudste zoon van Jakob en Sophia. Hij trouwt in 1925 met Agatha van Zuiden uit Enschede. Zij krijgen twee zonen, Israel, kortweg Issy (1926-1943) en Sophius (1927-1942). Michiel handelt in manufacturen (garen, band, stoffen, tafelkleden) en heeft een winkel in de Oosterstraat 20, naast de oude scheepswerf. Alle vier worden zij in Auschwitz vermoord. Hun namen staan op het monument aan de voormalige synagoge van Winsum.
.
Izaäk de Vries (1890-1942) is de jongste zoon van Jacob en Sophia. Hij trouwt in 1931 met Elsina Oudgenoeg (1905-1942) uit Leek. Izaäk wordt koopman, neemt de productie van de gepatenteerde Oprechte Winsumer Zalf over van zijn vader en vraagt een nieuw patent aan op de productie van gerookt vlees. Dit laat hij in vaten aanvoeren uit Amerika. Izaäk en Ellie krijgen een dochtertje, Sophie (1932-1942), en een zoontje Jacob Comprecht (1935-1942). Ook dit gezin overleeft de Jodenvervolging niet en ook hun namen staan op het monument aan de voormalige synagoge van Winsum.
.
Samenvattend
De familiegeschiedenis rond Izaäk Nathans de Vries en zijn nakomelingen laat goed zien hoe een aantal Joden vanaf de tweede helft van de 19e eeuw inderdaad de ruimte vindt om zich te ontwikkelen en te integreren in de Nederlandse samenleving. Dat een rampspoed als die van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog ooit zou kunnen plaatsvinden, was ondenkbaar. Maar de werkelijkheid bleek anders, niet te bevatten omvangrijk, verdrietig en beschamend. De geschiedenis vanaf Jakob de Vries en zijn vrouw, kinderen, aangetrouwde kinderen en kleinkinderen laat zien dat dit niet alleen een drama is dat zich ver weg in de grote stad heeft voltrokken. Dit vond plaats tot in de kleinste dorpjes van ons land en onze provincie, in Winsum-Obergum, maar evenzeer in Bedum, Eenrum, Leens, Usquert, Warffum, Appingedam, Delfzijl en ga zo maar door.
.
home